Wijn is rood en komt uit Frankrijk, verordonneerde een wijndictator zaliger.
Hij zei dat om lieden voor wie Chileense dropmerlot van € 3,99 het hoogtepunt van hun vineuze wereld was te sarren, maar het is nog plausibel uit te leggen ook.
Italië en Frankrijk produceren ieder grofweg een vijfde van ’s werelds wijnoogst. Samen dus bijna de helft. Met z’n beidjes hebben ze niet alleen heel veel druiven, ook de grootste variatie aan druiven, wijnstreken en dus wijnen. Dat maakt ze tot de twee spannendste wijnlanden.
Het fijne van wijn is die oneindige variatie.
Waarna de wijnprofessor verder uitlegt dat de grote klassieke wijnen allemaal Frans zijn, dat Frankrijk koeler qua klimaat is, en dat een koel klimaat voor een lang druivengroeiseizoen zorgt, en dat tijdens die trage groei zich talloos veel subtiele geuren en smaken in de druif ontwikkelen.
Alle grote klassieke druivensoorten waar iedereen ter wereld graag wijn van maakt komen hiervandaan. chardonnay, cabernet sauvignon, merlot, syrah (onder de naam shiraz vaak), pinot noir, sauvignon blanc, malbec, carmenère, de ouders van de pinotage en nog veel meer: ze zijn ooit uit Frankrijk naar alle hoeken van de aarde verscheept door kolonisten die in den verre vreemde ook wijn wilden drinken. Waar de wijnboer ook woont, hij vergelijkt zijn wijnen met de Franse. Apetrots wanneer een wijntijdschrift zijn cabernet beter vindt dan een bordeaux, zijn chardonnay beter dan bourgogne. Hoe chauvinistisch ook, daar in Australië, Bulgarije, Chili tot en met Zuid-Afrika, ze maken hun wijn van Franse druiven en vergelijken hun wijn met de Franse voorbeelden.
En: Frankrijk is meer dan cabernet en chardonnay. Fer servadou, cot, gamay, roussanne, cinsault, mourvèdre, marsanne, plus nog honderden andere minder bekende of zelfs volstrekt onbekende en desalniettemin hartveroverende Franse druiven. Talloze druivensoorten, talloze karakters. Daarom is Franse wijn zo fascinerend; de verscheidenheid. Je moet er toch niet aan denken dat je je leven lang alleen maar cabernet sauvignon mag drinken, zelfs al is-ie beter dan de beste bordeaux?
Dat Frankrijk hét wijnland is, zit 'm dus deels in de druiven. Verder is de mix aan grondsoorten, dus terroir, nergens anders zo divers. Bibliotheken kun je er over vol schrijven, en dat is dan ook gedaan. Over het terroir op zichzelf, over al die verschillende gebieden. En wat het vooral hét wijnland maakt, is de ligging. Behoorlijk noordelijk. Dat betekent een lang groeiseizoen, waarin alle geuren en smaken in de druif zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het betekent niet te veel alcohol, mooie zuren, koele, heldere smaken, meer lichtzinnig plezier.
Maar vergeet de rest van de wijnwereld niet. Frankrijk mag dan een enorme diversiteit aan wijnen hebben, de rest van Europa kan er ook wat van, en daarbuiten beperken ze zich allang niet meer tot cabernet en chardonnay.
Het fijne van wijn is die oneindige variatie.
Nicolaas Klei