Wilde in een ‘authentieke’ (tevens ‘ambachtelijke’) uitvoering nog wel eens grommen en grauwen, good old monastrell, tevens bekend als mourvèdre en minder bekend als mataro.
Ruig, aards, knoestig en knorrig. Al die geuren en smaken waarvan onze nuffige neusjes en gepamperde smaakpapilletjes niet meer aan gewend waren.
Oei, oei…Was er nog wel toekomst voor die oervorser? Zeker. Voor een ieder die niet al te opgepoetst en confectie blieft.
Gul van fruit, strooit met zonnige geuren. Veel rijp fruit dus om die strenge beginselen, plus een gulle dosis troostende cacao, tuiglederen tannines, tatoeages uit de tijd dat deze nog geen modeverschijnsel waren maar slechts door zeebonken werden gedragen die hun moeder hoog hadden zitten.