Half-om-half syrah en grenache, plus 10% carignan, opgevoed op foeder en cement. Het gelukkig nog steeds welbekende Zuid-Franse recept: inheemse druiven, voor iedere wijn, bij iedere wijnboer, weer in een andere combinatie, tot wijn gemaakt zonder aanstellerij. Je proeft terroir, druiven, klimaat.
Al is dat klimaat wel een probleem. De wijnboer hier denkt serieus over experimenten met nog zuidelijker druiven, uit Italië, Griekenland. Want wat als het té warm wordt?
Iets om over te peinzen als je in deze statige en tegelijk landelijke, innemende wijn de aloude geuren van de Languedoc geniet. Het rijpe fruit, de pittige kruidengeuren, specerijen. Gelukkig blijft de afdronk je langer bij dan sombere gedachten over de toekomst.