Pinotage, de karakteristieke Zuid-Afrikaanse druif, is een verzinsel. Bedacht door een druivenprofessor. Hij wilde pinot noir en cinsault kruisen, en hoopte dat het kind de hoge opbrengst van cinsault - die in Zuid-Afrika ook hermitage heet - en de finesse van bourgognedruif pinot zou hebben.
Pino(t) en (hermi)tage = pinotage, maar verder klopte er niets van. De hoge opbrengst was er, de verfijning niet. Pinotage werd de druif van onverschillig Zuid-Afrikaans rood.
Tot men niet zo lang geleden ontdekte dat hij gewoon wat zorg en aandacht nodig heeft. In goede grond moet staan, streng gesnoeid moet, kortgehouden en degelijk opgevoed.
Dan krijg je wijn als deze. Waarin je de Zuid-Franse zonnigheid en kruiden van cinsault proeft, en de stoere, aardse ondergrond van Zuid-Afrika. En zelfs een vleugje sjieke bourgogne.