Even de afslag Memory Lane met de familie Hamersma.
Toen wij begin 2008 op Corsica langs de kustlijn van de Golf van Liscia reden, achter de makelaar aan, verzuchtten de kinderen: ‘Ze gaan weer eens een huis kopen…’ Hier klonk duidelijk de verfoeiing in door die zoon- en dochterlief voor een aloude vakantietraditie koesterden. Overal waar wij neerstreken tijdens onze Europese reizen drukten wij ons neus tegen de etalageruit van de plaatselijke huizenverkoper. Om vervolgens onder het slaken van de kreet ‘Moet je kijken wat je hier krijgt voor nog geen twee ton, daar koop je bij ons niet eens een gangkast voor’ een selectie te maken uit het plaatselijke baksteen.
Aldus kochten wij bijna huizen in de Ardennen, in zeven departementen in Frankrijk en op Ibiza. En nu zouden we toch bijna zeker een afgelegen huis op een Corsicaanse berg met een piepklein privéstrandje (‘pieds dans l’eau’) aanschaffen. Daar zou ik rustig kunnen werken aan boeken en artikelen. Bovendien kon ik dan mooi gaan berichten over wat Corsica op wijngebied te betekenen heeft.
Geïnspireerd raken door de geur van de maquis, bestaande uit wilde kruiden, struiken en kreupelhout. Wat dieper duiken in de geschiedenis van de wijnproductie van het eiland die al duizenden jaren oud is. Maar die pas in de jaren zestig weer een impuls kreeg toen Franse wijnmakers terugkwamen uit Algerije en zich aan de oostkust van Corsica vestigden om daar voornamelijk internationale druivenrassen aan te planten ten behoeve van massaproductie. Rondrijdend over smalle kustwegen zou ik mij vervolgens verbazen over het feit dat er hier nog totaal geen sprake was van wijntoerisme, terwijl alle randvoorwaarden daarvoor toch aanwezig zijn.
De schoonheid van het eiland. Grote stranden. Kleine dorpen. Stilstaande tijd. De decoratievrije, liflafloze keuken. Wild. Schapenkaasjes. Charcuterie van Corsicaans varken, een kruising tussen een gewoon varken en een wild zwijn. En natuurlijk de puurheid van de wijngebieden. Eerst zou ik Patrimonio in kaart brengen, zowel stad als de oudste van de negen appellations op het eiland.
Daar zou ik uitgebreid kennismaken met de ruim dertig, vooral biologisch werkende wijnboeren. Uit hun mond tekende ik dan op dat de introductie van de internationale druivenrassen de lokale producenten gestimuleerd had om lokale, bijna vergeten wijndruiven te herontdekken. Zodat er nu weer levendig wit wordt gemaakt van bianco gentile en eigenwijs rood van morescone, carcajolo negre, nielluccio en sciacarello. Zouden die gecompliceerde namen een grote appreciatie in de weg staan? zou ik dan vragen.
Om in afwachting van het antwoord proefnotities te maken, bij rood van de lokale held, de niellucciu. Ooit op het eiland aangeplant door de Italianen uit Genua die in hun landjepikperiode Corsica tot aan het eind van de 18e eeuw in bezit hadden. Vermoed wordt dat nielluccio (ook wel niellucciu) verwant is aan de sangiovese. Aan de zuren te proeven zou het mij niet verbazen. Let wel: dat zijn goede zuren. Niet van zuurpruimen. Mooie zuren. De zuren van zure besjes. Van zure kersen. Van beschaduwde braamstruiken ook. Intelligente zuren. Uitdagende zuren.
We treffen ze nu echter in een rosé waarin ze optrekken met de mineraliteit, peperigheid en knapperigheid van de sciaccarellu, tot ons gebracht door de blije, opgewekte, energieke natuurwijnmakers, broer en zus Simon en Sarah Giacometti.
Maar kent u die mop van die wijnschrijver die naar Corsica ging om een tweede huis te kopen, zodat hij ook daar kon schrijven?
Inderdaad, die ging niet. De val van Lehman Brothers datzelfde najaar gecombineerd met mijn daaruit voortvloeiende state of mind plus de waardeloze en vooral kostbare luchtverbinding staken er een stokje voor. Zo gemakkelijk komt een traditie echter niet van mij af en - al zijn de kinderen inmiddels allang en breed het huis uit - we zoeken verder.