Jaar in, jaar uit een plezier. En dat al heel lang. En ook deze 2024 is weer een herhaling van zetten: de finesse van de betere provencerosé, maar dan in een lekker landelijke versie zonder poeha.
Geen wonder ook, want van druif cinsault. Een druif waar nog niemand ooit iets aardigs over heeft gezegd – behalve wij. Dat ie veel meer kan zijn dan slechts de ‘steundruif’ en ‘litermaker’ van wijnmakers die saaie, non-descripte rode- of rosé in bulk willen slijten.
Geef ‘m aandacht en liefde en in dit geval het gezelschap van de nog veel onbekender caladoc – voor de leergierigen onder u: een kruising uit 1958 van druif grenache en druif cot. Die voegt pit en kracht toe aan het vriendelijke rood fruit, de zachtmoedigheid en het aardse van de cinsault. En dan krijg je iets heel erg smakelijks.
Verbeelden we het ons, of proeven we inderdaad die Zuid-Franse kruidigheid en het kersenfruit van de grenache en de kracht van druif cot, beter bekend als malbec, u weet wel, van die stoere Argentijnen?
Misschien. Maar dat het een rosé met pit en karakter is, dat verbeelden we ons niet. Evenmin dat we een erg smakelijk, klein, vriendelijk stemmend zoetje proeven. Charmant, prettig en doet ons verlangen naar nog een slok.