De Moezel. Een rivier, een wijngebied, een wijn. ‘Een Moezeltje’ mijmerde wijlen Wina Born, grande en eerste dame van de Nederlandse wijnschrijverij, verlekkerd. Een ochtendmoezeltje. Zo om een uur of elf zo’n lichte, fruitige, iets zoete moezel met frisse zuren.
Waren ooit grootse wijnen, waren in Wina’s tijd, zo’n vijftig jaar geleden, bijna verdwenen. Duitse wijn, dat was katerig zwavelzoet uit de onderste schap.
Had Wina nooit kunnen, nooit durven dromen dat er weer eens moezel als deze gemaakt zou worden. Moezel als uit de tijden dat de Duitse grands crus even hoog werden geprezen als die van Bordeaux en Bourgogne.
Dankzij een nieuwe generatie wijnmakers als Maximin Grünhaus. Maximin heeft de riesling omarmd en verzorgt ‘m buitengewoon goed. Zo ook de gewassen die hun druiven omgeven. Ook wilde kruiden en grassen worden er gekoesterd om het bladmanagement van de ranken zo natuurlijk mogelijk te laten plaatsvinden.
Een spatzuivere moezel is het resultaat. Enorme verfijning aan perzik, appel, honing, grapefruit, citrus. Wonderschoon rijp fruit, ragfijne zuren. Tintelend, zinderend, spannend.
Proost, Wina!