Kritische kenners menen dat riesling uit de Elzas het niet haalt bij de ware, de Duitse riesling. Schuif ze een glas van deze onder de neus. Zie ze verbleken. Stotteren. En excuses maken. Want wijnliefhebbers zijn vrindelijke mensen, die ruiterlijk hun fouten toegeven.
Toegeven dat dit een elzasriesling is op het niveau van de beste Duitse riesling. Rins, druivig, grapefruit. Fraai fruitig, onverbiddelijk qua zuren. Onder dat alles aards. Stenig. Kalk, krijt. Vandaar die naam: Calcaires Jaunes. Het gele kalksteen in de nabijheid van Rouffach op de uitlopers van de Vogezen waar de twaalfde generatie Muré deze prachtriesling maakt.
En dat doen ze puurnatuur natuurlijk. Biologisch. Biodynamisch. Toch lijkt het alsof in de nabijheid van het glas een diesel blij staat te ronken.
Dat is pétrol, (officieel de geur van norisoprenoide hydrocarbon 1,1,6-trimethyl-1,2-dihydronaphtalene, voor intimi TDN), zo kenmerkend voor riesling. Voor de ware riesling.