Orléans is wereldberoemd. Bij historici en wie op school goed opgelet heeft – Jeanne d’Arc! – en bij wijnliefhebbers: Bénédicte en Hubert Montigny-Piel.
Op hun Clos Saint-Fiacre maken ze chardonnay. Dat klinkt niet wereldschokkend, het is het wel. Hele regimenten chardonnay duurder en beroemder hier op de proeftafel gehad die het hier niet bij haalden. Roemloos door het putje. Chardonnays met snoepjesgeur, chardonnays met poeha, met 14,5% alcohol, dichtgetimmerd… En heel veel dertien-in-een-dozijn-chardonnay.
Deze springt eruit. Iedere oogst weer. Zuiver en oprecht als Jeanne zelf. Zacht en lichtvoetig, romig en rank. Puur natuur, nauwelijks sulfiet, niks anders. Chardonnay zonder opsmuk. Betoverend lekker. De voorouders van Bénédicte en Hubert schonken het alleen aan gecertificeerde heiligen, tegenwoordig mogen ook zondige stervelingen een glaasje. Je wordt er meteen een beter mens van.
Hun rood – van champagnedruif pinot meunier – maakt ook van de ergste zondaar een heilige. Of was het nou andersom?
<