Reuilly. Een jaar of tachtig geleden nog gemeden als de pest. De druifluis had er huisgehouden en wijnboeren gingen liever een blokje om in plaats van dat zij nieuwe wijnstokken gingen aanplanten. Maar het was Denis Jamains grootvader die in 1935 wel brood zag in deze kleine appellation ten westen van Bourges. Voorzichtig begonnen op twee hectaren, druifluis verdween, en succes kwam. Gaat al drie generaties zo. Zoon Jamain: lekker bezig. Kleinzoon Denis zet nog een extra tandje bij. Thans wordt het domein gezien als een van de beste van de streek.
Eerder had ik als eerste proeve van bekwaamheid de 2015-oogst ‘Les Fossiles’ in het glas. Kreeg een gouden medaille tijdens de Challenge Millésime Bio. Vanwege een fossiel-droge afdronk (sauvignon blanc uit Reuilly levert de droogste expressie van de druif op), wit fruit knapperend door verschillende lagen, krijtstrak en zuur-zilt. Ondanks die fossiele duiding toch springlevend. De 2018: grapefruit op een bedje van witlof, houvast voor suf gefeeste smaakpapillen, nieuwe energie voor de dorstspier.
Ook de opgravingen in 2019 hebben een vondst opgeleverd. Beendroog, stuivend, strak en verkwikkend. De sommelier van restaurant Arles, bruggenhoofd van de bistronomy-keuken in het Amsterdamse) had zijn chef er Hollandse mosselen, met Hollandaise saus, prei van de barbecue en chimichurri bij laten maken.
Het 1+1=3-effect volgde niet veel later. Eten werd lekkerder door de wijn. De wijn werd lekkerder door het eten. En los van elkaar waren ze ook al zo smakelijk.