Blanc de blancs, dat was de wervende kreet van wijnen die verder niks te melden hadden. Niks dan: wit van witte druiven.
Blanc de noir, da's wat anders. Het sap van bijna elke druif is wit. De schilletjes geven de kleur. Dus kun je van donkere druiven ook witte wijn maken. Van bourgognedruif pinot noir in dit geval, die in Duitsland als spätburgunder door het leven gaat.
Die bourgogneverfijning proef je ook in deze witte uitvoering. Een en al subtiliteit. Fraaie zuren tussen het sappige fruit. Rijk en toch rank.