Falanghina, meldt het etiket. Maar welke, denkt u natuurlijk. Want zoals u weet zijn er twee falanghina's. De ene met achternaam beneventana, de ander met achternaam flegrea, die zich om het ons niet al te makkelijk te maken allebei ook wel falanghina greco noemen, of luisteren naar falanghina zonder meer. Lang dacht men dan ook dat het gewoon verschillende namen voor éen en dezelfde druif waren, en ze lijken inderdaad zo op elkaar dat slechts een doorgewinterde druivengeleerde het verschil ziet. Vandaar dat er meestal gewoon 'falanghina' op het etiket staat.
Deze komt uit een wijngaard in Puglia, maar oorspronkelijk komt hij van de vulcanische grond van de Campi Flergrei, de Brandende Velden, in Campania, waar hij - of beter gezegd z'n wijn - al in 1666 werd bezongen in een gedicht, in Napolitaans dialect.
Terecht. Geurt pittig en kittig naar specerijen en kruiden, biedt ook lieflijk wat bloesemgeur. Is slank van bouw, maar intens van smaak. Je proeft z'n zuidelijke herkomst. Terwijl collega fiano van dezelfde biologische producent ook prima zomaar of bij iets lichts genoten kan worden, krijg je bij deze direct zin in zonnige gerichten vol zuidelijke smaken. Of zelfs iets Oosters. Of ernstig meurende kaas... Of...
We gaan aan tafel.