Het zal je misschien niet verbazen dat friulano een druif is met een geschiedenis in Friuli, ItaIië. De naam verraadt zijn oorsprong al een beetje. Toch is het pas sinds 2007 officieel ‘friulano’, waar de druif daarvoor ‘tocai friulano’ werd genoemd. Een naam die te veel verwarring zaaide met de Hongaarse tokaj en daarom is afgekort tot ‘friulano’. Maar natuurlijk kon niet iedereen afstand doen van de naam tokaj. En dus is er een stel tegendraadse wijnmakers op de grens met Slovenië dat nog regelmatig de naam ‘JAKOT’ gebruikt; de omgekeerde spelling van TOKAJ.

Met name de Colli Orientali del Friuli wordt gezien als een uitzonderlijke plek voor friulano. Al eeuwen geleden werd dit gebied door de Kelten bezet en waren zij het die begonnen met het aanleggen van wijngaarden. Maar het waren daarna de Romeinen die rond 180 v.Chr. zorgden voor de enorme groei in productie. Ze moesten ten slotte een groot rijk te drinken geven…

Een eeuw later stichtte Julius Caesar het Forum Julii (Friuli), waar de wijngaarden van de Colli Orientali sinds dien op hoge zonnige hellingen liggen. Beschermd tegen de koudste winden uit het noorden. En later ook beschermd tegen phylloxera: de druifluis die grote hoeveelheden wijngaarden verwoestte rond 1900.

De druiven voor deze wijn komen van zo’n wijngaard. Een ‘Praephylloxera’ wijngaard, eentje van vóór phylloxera. Een wijngaard met friulano-wijnstokken die meer dan 110 jaar oud zijn. Heel bijzonder dus. Deze oude stokken hebben lage opbrengsten, maar produceren druiven van hoge kwaliteit.

En dat de wijn bijzonder is, dat proef je. Rijpe gele appels, wilde perziken en zoete abrikoosjes. Maar ook verse rozen, meidoorn en kamille. Tijm, salie en wat geel gedroogd gras aan het einde van de zomer. In de smaak amandel bitters, marsepein zelfs! Zout, hartig en breed. Elegant, zacht en vullend. Veel wijn voor een terechte prijs.