Lieu-dit “Champagne” staat er. Plaatsnaam Champagne. Het is beaujolais van een wijngaard met een naam. Preciezer: een stukje wijngaard dat vanouds Champagne heet, in de cru Fleurie, in de appellation Beaujolais, in wijnland Frankrijk, Europa, Derde Planeet van de Zon, bij het binnenkomen van de Melkweg links aan houden.
Het moet toch niet gekker worden. Vroeger, lang geleden, toen ik net wijn lekker leerde vinden, heette beaujolais nog overzichtelijk nouveau of primeur, en kenners kibbelden over het verschil dat er niet was - en serveerden zo’n fles met een ceremonieel als was het bourgogne van de bovenste plank. Ook overzichtelijk: alle beaujolais smaakte hetzelfde. Naar bananensnoepjes.
Terwijl echte beaujolais zoals deze, biologisch, puur natuur, niks weggehaald niks toegevoegd, smaakt naar druiven en de wijngaard waar hij vandaan komt, de wijngaard met oude stokken - cuvée vieilles vignes - zoals het praatgrage etiket ook nog meldt. Negentig jaar oude stokken met wortels die diep de bodem in gaan, en zo druif gamay hier voeden met net weer andere nuances dan in een wijngaard verderop. Nu nog even lekkere wijn er van maken.
En dat kunnen ze op Grand’ Cour. Jean-Louis Dutraive maakt van z’n lieu-dit Champagne wijn die meer vrolijkheid biedt dan menig vermaarde prikwijn. Er is diepgang, er is complexiteit als in de beste bourgogne, maar vooral plezier. Dartel frambozenfruit. Ongeremde geuren van idyllisch boerenleven. De bongerd, wat blije biggetjes, herfstbladeren, najaarszon, en de geur van rozen, van die grote ouderwetse bijna bedwelmend geurende rozen. Plus maneschijn.