Eindeloos kan daar over gediscussieerd worden, zeker met een paar flessen onder handbereik: waarin zit ’m nou het verschil tussen bourgueil en saint-nicolas de? Twee appellations an de oever van de lange Loirerivier, vlak bij elkaar, beide rood van druif cabernet franc met de mogelijkheid van wat cabernet sauvignon.
Uiteindelijk blijkt dat het groter verschil maakt of je dichter of juist verder van derivieroever zit, en vooral: wat de wijnmaker wil. Stoere, knoestige bourgueil om lang te bewaren, of een meer zwierige wijn met fijn rood fruit?
Dat laatste hier. Zwierig, fruitig. Maar wel echt rode loire, dus onder het fruit huist een karakter van stavast. Cabernet franc is de voorouder van cabernet sauvignon, en dat proef je. Niet voor niets noemen liefhebbers rode loirewijnen ‘beaujolais-bordeaux’. De tannines, de beet van bordeaux, met fruit als de beste beaujolais. En daartussendoor dat heel eigen karakter van de Loire, met geuren die doen denken aan tabak, jute, inkt…