Heeft toch nadrukkelijk riesling in zijn naam staan maar heeft helemaal niets met deze druif van doen. Geen neef, geen nicht, geen het. Gaat ook als graševina, laski rizling, olaszrizling en riesling italico door het leven. Is als welschriesling aardig ingeburgerd in Oostenrijk waar ie - met dank aan Wolfgang Maitz - meer biedt dan het incidentele modelletje wat we ook wel eens uit Slovenië en Roemenië op de proeftafel hebben gehad. Zachte bitters. Gedroogde appel. Perzik.. Rokerige walnoot. Rond, met een molligheidje op de heupen en voorzichtig met zijn zuren. 'Lieftallig en zachtmoedig' noteerde DGH-proepanel-lid Nicolaas Klei eens in zijn eigen Elsevier over deze wijn. 'En onalledaags' noteren we erbij.