Een fijne Zuid-Franse assemblage: grenache - hier onder z’n officiële Spaanse naam garnacha - carignan, ook op z’n Spaans geschreven, en mourvèdre, onder de naam mataro, zoals hij her en der heet in de Nieuwe Wereld, de wijnlanden buiten Europa.
Carignan, vlezig, fruitig, kersen en cacao vao van de grenache plus de geur van dure sigaren en de statige tannines, de deftigheid van mourvèdre. Op de achtergrond wat hout. Heerlijke combinatie. Zeer aangenaam. Wel smaakt hij wat serieus, heeft hij niet dat onbezorgde, zonnig landelijke van z’n Zuid-Franse origineel.
Zou dat komen doordat in Zuid-Frankrijk het samengaan van deze druiven al eeuwen van nature gebeurt, en het hier een uitgekiende compositie betreft?