Het heeft even geduurd, maar inmiddels is chenin zeer in z’n sas in Zuid-Afrika.
Tenminste, op plekken als deze. Waar hij met de hand geplukt wordt, met z’n eigen, natuurlijke gisten tot wijn mag worden en ook verder met alle zorgen wordt omringd.
Misschien zelfs wel al te veel zorgen: hij smaakt wel heel comfortabel, met al dat exotische fruit, dat beschaafde hout, dat vleugje vanille en karamel. Prima hoor, een mondvol luxueuze wijn, maar we missen dat karakteristieke strenge, aardse van de chenin.